Herken je dit? Je had verwacht dat het eten op tafel zou staan. Je puber had beloofd zijn kamer op te ruimen. Een gezellige avond met je zus gaat niet door. En voor je het weet ben je pissig of verdrietig. Het duurt een hele tijd voor het zakt. Je blijft er in hangen of erger, je gaat ernaar handelen. Dus omdat je boos bent, eet je die avond een boterham en de rest van je gezin zoekt het maar lekker uit. Je doet de was van je puber niet meer, want hij bekijkt het maar. Of de volgende keer dat je zus belt, ben je nog boos en spreek je expres niet af. Dat zal haar leren. Alleen… je hebt jezelf er ook mee.
Je stresssysteem
Vloeken, schelden, huilen, gemeen worden of zwijgen, soms is het nodig om de lucht te klaren en te praten over wat je dwars zit. Maar soms gebeurt het bij iets relatief kleins. Je had andere verwachtingen en je bent teleurgesteld. Je stresssysteem wordt aan geslingerd en er volgt een negatieve reactie. En als je niet uitkijkt blijf je erin hangen. Je gezellige avond valt daardoor in het water. Gevolg is dat ook de ander negatief reageert. Je hebt een met de deuren smijtend puberkind, je zus begrijpt niet waarom je niets laat horen of je partner verlaat boos het huis.
Het heeft te maken met ons scherp afgestelde stresssysteem. Negatieve emoties zorgen ervoor dat we alert zijn. Het maakt dat je snel kunt reageren op een situatie. Ze zijn daarom sterker dan positieve emoties. Vroeger zorgde het ervoor dat we overleefden. Maar nu zorgt het stresssysteem ervoor dat we bijvoorbeeld binnen relaties sterker reageren dan nodig is.
Een relatief kleine situatie kan op deze manier gierend uit de hand lopen en iets heel groots worden.
De drie stressreacties waar je last van kunt hebben:
- vechten (schelden, iets kapot maken)
- vluchten (je gaat weg, negeren uit boosheid)
- bevriezen (je zwijgt, omdat je niet weet hoe je moet reageren)
Dit hoeft echt niet te gebeuren. Wat helpt is dat je je bewust bent van wat er op dat moment gebeurt. Dat het te maken heeft met je scherp afgestelde stresssysteem. Als je dit weet, kun je ook een andere keuze te maken. Hoewel het een keuze is die in eerste instantie tegen je gevoel ingaat door je stressreactie.
In 6 stappen minder gedoe
1. Herken jouw ‘favoriete’ stressreactie bij toestanden in de relatie
Ben jij een vechter, een vluchter of bevries je? Ben je bijvoorbeeld een vluchter en hol je mokkend naar boven? Of ben je eerder een vechter. Maak je ruzie en sta je te stampvoetend je punt te maken? Vervolgens duurt het heel lang voor de boosheid gezakt is. Of zeg je niets meer, omdat je gewoon niet weet wat je zou moeten zeggen of doen? En duurt het lang voor je weer ‘ontdooid’ bent. In je hoofd wordt het steeds groter. Het begint vaak met bozigheid en uiteindelijk is daar verdriet. (En met een beetje pech eindigt het vol zelfmedelijden over wat je is aangedaan.)
2. STOP
Zeg stop tegen jezelf. Haal een keer diep adem. Wat gebeurde er nu? Wat waren je verwachtingen? Wat had je gehoopt? Of waar keek je naar uit? Is dit uren boosheid, verdrietig zijn of zwijgen waard? Of is het relatief klein en kun je je over je eerste reactie heen zetten? Wees zo eerlijk mogelijk als het gebeurt. Tel tot tien. Dit helpt echt. Je gedachten worden namelijk losgekoppeld van je emoties. Je kunt daarna beter nadenken.
3. Blijf er niet in hangen
Blijf er niet in hangen, maar spreek je verwachtingen uit. Zeg wat je gehoopt had: ‘Ik dacht dat het eten dampend op tafel zou staan’. De ander kan dan zeggen waarom dit niet gebeurd is. Of zijn/haar excuses aanbieden. Misschien mag je even lekker op de bank liggen, terwijl de ander kookt. Of ga je samen aan de slag.
4. Choose your battles
Oftewel kies waar je over wil strijden. Wat is echt strijd waard? Bijvoorbeeld als het gaat om de kamer van de puber, besluit je om vaker de deur dicht te trekken. Dit scheelt een hoop strijd en gedoe. Maar eens in de paar weken, maak je er wel een punt van. Want je wil geen enge gasten in huis. (Lees: muizen, kakkerlakken en ander leed).
Even flink boos zijn of heel hard huilen kan opluchten en zelfs fijn voelen. Maar de uren tikken weg en je kunt er zo maar in blijven hangen. Vraag je af of het je op dat moment waard is?
5. Leer praten over wat er gebeurd is
Soms kan een flinke ruzie voor opluchting zorgen. Helemaal als je er daarna eens stevig over praat. Wat gebeurde er nou? Pluis jullie gevoelens eens uit. Wat is belangrijk voor je? Wat wil je? En hoe is dat voor de ander? Hoe kunnen we het de volgende keer anders doen?
Een conflict, kan zo zorgen voor een frisse wind en dat je je weer verbonden voelt met elkaar. Wel is het goed om uit te praten.
6. Sorry zeggen
Misschien vind je niet makkelijk, maar excuses aanbieden voor jouw aandeel kan ook heel veel goed doen. Ondanks dat je vindt dat het niet helemaal jouw schuld is, kan je wel sorry zeggen voor het mokken of het zwijgen.