Peter: “Als twintiger droomde ik er al van om door Europa te trekken. Maar met een baan en een jong gezin kwam het er nooit echt van. De kinderen bleven het liefst op dezelfde camping en voor ons was dat toen ook praktisch. Ik stelde mijn reisplannen steeds uit tot later, láter als ik met pensioen ben. Toen het zover was, kon het weer niet omdat Indra nog werkte. Ik had me er al bij neergelegd dat het er nooit van zou komen.”
Indra: “Totdat ik zei ‘Ga toch in je eentje’. Nu ben je nog fit om te reizen en wat de toekomst brengt, weten we niet. Ik kon niet mee vanwege mijn deeltijdbaan. Maar eerlijk gezegd trekt het mij ook niet om wekenlang op pad te zijn, ver weg van de kinderen en kleinkinderen. Na wat praten, is Peter in zijn eentje de hort opgegaan in een omgebouwd kampeerbusje, 7 weken zonder vast plan door Frankrijk. Na 4 weken ben ik hem nagereisd, toen ik zomervakantie had. Zo doen we dat nu al 3 jaar.”
Peter: “Het bevalt ons goed op deze manier, ook nu Indra klaar is met werken. Zij ziet ertegenop om het huis, de kat en de kinderen achter te laten. Waarom zou ik dat dan van haar vragen? Ik vertrek half april en Indra komt later, meestal met de trein. Zo komen we allebei aan onze trekken. En het is ook nog eens heel romantisch als we elkaar in het buitenland weer zien.”
“Of het veel kost is, zo’n reis? Tsja, je kunt het natuurlijk zo duur of goedkoop maken als je zelf wilt. Natuurlijk heb je de benzinekosten en het stageld. Maar uitgaven voor eten en drinken heb je thuis ook. Dat blijft ongeveer hetzelfde. Het busje hebben we zelf omgebouwd. Onze kinderen gebruiken het nu ook voor hun vakantie. Die investering hebben we inmiddels wel terugverdiend. Onderhoud en verzekeringen betalen we met z’n allen.”